vrijdag 16 oktober 2015

Muziek, opdracht 3.

Opdracht 3. Luistervoorbeeld

Ik heb gekozen om voor deze opdracht het luisterfragment Sexy als ik dans van Nielson te gebruiken. Ik heb voor dit liedje gekozen, omdat veel kinderen dit liedje wel (her)kennen en het erg vrolijk is.


Mijn stappenplan voor deze luisteropdracht is hieronder te lezen.

Stap 1. 
De akkoorden van dit liedje zijn respectievelijk A C E. Het ritme is niet heel snel. In het refrein komen er meer instrumenten bij en wordt de stem tweestemmig. Hierdoor lijkt de klank in het refrein sterker. De klankkleur is dan ook warmer in het refrein. In het liedje zingt Nielson veel verschillende toonhoogtes. Er is sprake van herhaling doordat het refrein telkens weer op dezelfde manier terugkomt, maar er is ook sprake van variatie omdat de coupletten erg van elkaar verschillen. Dit liedje heeft dus een rondovorm. Dit houdt in dat het hoofdthema, het refrein, telkens terugkeert met daar tussenin andere contrasterende thema's die sterk kunnen verschillen. Die contrasterende thema's worden ook wel coupletten genoemd. Bij deze muziek kun je je eigen betekenis geven, al zal het voor de meeste kinderen bij dit liedje zo zijn dat ze het een vrolijk liedje vinden.

De luisterstijlen die bij dit liedje gestimuleerd kunnen worden zijn;

1. De analytische luisterstijl
Je kunt letten op de melodie van het liedje en de woorden van de tekst. Ook kun je de muziek ontleden door de verschillende instrumenten er uit te halen. Het liedje heeft veel terugkerende patronen en de tekst is goed te verstaan waardoor je makkelijk kunt ontdekken waar het liedje over gaat.

2. Musicerende luisterstijl
Je kunt op de instrumenten, de techniek, de timing en de interpretatie van dit liedje letten. Je kunt je verplaatsen in de musicus. Kinderen zullen vooral op de instrumenten letten die in het liedje voorkomen.

3. Motorische luisterstijl
Het liedje heeft een vrij aanstekelijk ritme en een duidelijke maat waardoor je er goed op kunt tikken/klappen/dansen.

4. Creatieve luisteren
Je kunt je allerlei dingen voorstellen bij dit liedje en het kan een bepaalde (waarschijnlijk vrolijke) stemming oproepen.

Stap 2. 
De kinderen horen in dit liedje waarschijnlijk een vrolijk liedje waar je goed op zou kunnen dansen. Ze kunnen ontdekken dat er bepaalde stukjes van het liedje telkens terugkomen (het refrein). Ook kunnen ze ontdekken dat er in het refrein meer instrumenten voorkomen dan in de coupletten en dat het liedje op het laatst erg opbouwt doordat er steeds meer variatie in de zang en in de instrumenten voorkomt.

Stap 3.
Ik wil de kinderen eerst een aantal vragen stellen over het liedje om hen er toe aan te zetten actief te luisteren. Ik zou vragen stellen als; Waar gaat het liedje over? Is er een stuk in de muziek dat telkens terugkomt? Zo ja, welk stuk? Welk instrument hoor je vooral aan het begin en komen er later in het liedje ook andere instrumenten bij? Zo ja, weet je ook welke?  Daarna wil ik graag met de kinderen dansen op dit liedje

Stap 4.
De kinderen zitten eerst in een kring. Ze luisteren aandachtig naar het liedje om de vragen te kunnen beantwoorden.

Daarna gaan ze in groepjes van ongeveer vier kinderen danspasjes op vier keer acht tellen bedenken. Wanneer de groepjes klaar zijn, komen ze weer allemaal in de kring staan. De kinderen blijven bij hun eigen groepje. Ik begin met mijn danspasjes van twee keer acht tellen en dan doen de kinderen groepje voor groepje hun danspasjes van de vier keer acht tellen voor. We gaan voor de volgorde van het voordoen met de klok mee en ik tel elke keer dat een nieuw groepje moet beginnen van 5 tot 8, zodat de kinderen weten wanneer ze moeten beginnen. Dit kunnen we nog een paar keer oefenen tot de overgang van het ene groepje naar het andere groepje goed gaat. Als ze dit snel doorhebben, kan ik het nog lastiger maken door geen vaste volgorde aan te houden, maar door zomaar een groepje aan te wijzen dat moet dansen.

Stap 5.
Ik begin met een instructievorm waarbij ik met de kinderen in een kring sta. Ik stel vragen aan de hele groep en later geef ik uitleg aan de hele groep.

Voor de dansactiviteit kies ik voor de samenwerkingsvorm/voor coöperatief leren. Kinderen die bij elkaar in het groepje zitten kun hierdoor elkaar helpen met het verzinnen van pasjes en samen beslissingen nemen. De kinderen die goed zijn in danspasjes bedenken kunnen dan de kinderen die hier zwakker in zijn helpen. Er wordt geleerd naar elkaar te luisteren en elkaar te helpen. Dit gebeurt op een respectvolle manier. Door deze werkvorm wordt iedereen betrokken bij de opdracht.

Stap 6.
Zoals in stap 5 te lezen kan ik inderdaad gebruik maken van coöperatief leren

Stap 7.
Ik start met een verrassende opening door de muziek aan te zetten en zelf twee keer acht tellen te dansen. Dit is erg verrassend voor de kinderen en zo kan misschien hun grens al een beetje verlegd worden doordat ik laat zien dat het niet eng is om voor de klas te dansen.

Stap 8.
Ik wil de opdracht nabespreken door de kinderen te vragen wat zij van de opdracht vonden. Vonden ze het leuk/stom en waarom? Vonden ze het spannend? Vonden ze het bedenken van de pasjes moeilijk? Zouden ze dit vaker willen doen?
Als ik de mening van de kinderen weet, vertel ik hoe ik vind dat zij gewerkt hebben en sluit daarmee de les af.

Stap 9. 
Ik heb een aantal van mijn vriendinnen mijn stappenplan laten lezen. Zij vonden dat ik een erg leuke opdracht had bedacht en vonden het stoer dat ik bedacht had om voor de klas te gaan dansen. Het leek hen ook een goed liedje voor groep zeven. Ze hadden behalve commentaar op mijn formulering van bepaalde zinnen verder geen tips. Ik heb de formulering van de betreffende zinnen aangepast.

Bronvermelding: Vrolijk, R. (2013). Nieuw Geluid. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers.

1 opmerking:

  1. Hallo Fleur,

    Als feedback zou ik geven nog even te kijken naar de vragen die je wilt stellen. Misschien kan je de vraag: wanneer komen er meer instrumenten bij, op een betere manier formuleren. Ik denk namelijk dat kinderen het moeilijk vinden dat moment duidelijk aan te kunnen geven. Verder vind ik dat je een leuk nummer hebt uitgekozen en vind ik het leuk dat je met de kinderen gaat dansen. Ik vind dat je het heel goed gedaan hebt dus ik heb er verder niks meer op aan te merken!

    BeantwoordenVerwijderen